Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "`s nochtens." Bekijk alle definities.
’s ochtends
ook: ’s nochtensvroeg
uitspraak: snochtens, sneuchtens
ook in Oost-Vlaanderen
MiddelNederlands Woordenboek: Ochtend. De juiste vorm is nuchtens. Nuchten is ontstaan uit den adverbialen vorm nuchtens. In het Mnl. is de vorm ochte (ochten, ochtend) niet gevonden.
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Nochtend, nuchten, nuchtend: nuchtenstond, nuchterstond:
- (”Ghelijc de rooze groeyt metten dauwe, Inden nuchterstondt”, Gentsche Ref. 160)
- Tsnuchtens ginghen vrienden en magen Met medecijn tot haer bedde vroech, Antwerps Liedboek (1544).
Fakkel der Nederduitsche Taale: Ochtend en met een voorhechtzel “n” (zoals in meerdere woorden: naarstig, noestig, noen,…). Nochtend, als in des nochtens voor des ochtens. Hiervan is nuchter, nuchteren afgeleid.
’s Nochtensvroeg, voor dag en dauw, was hij al op stap.
’s navonds voor ’s avonds, ’s nochtens voor ’s ochtends (Fakkel der Nederduitsche Taale – Carolus Tuinman)
Al in een meer laten vallen om 6 uur snochtens (lekker duikje wel.) valt altijd in stukken uit elkaar, gewoon terug in elkaar steken. (psychedelic.be)
ier emme euk vil duven zulle leah ..das van sneuchtens toe savens ..oe oe oe,oe,oe,oe (seniorennet.be)
sneuchtens wa citroensap drinke. (happylicious.be)
Elders dan in de Kempen?
nooit gehoord maar dat wil natuurlijk niks zeggen, bij ons zegt men “’s morgens” uitgesproken /smeireges/
Ik heb het op regio onbekend gezet, Marcus. Want zeker ben ik niet van de Kempen.
Nog nooit gehoord in ons Kempenlandje.
Als ge het dialect van de vb-zin “ier emme euk vil duven zulle leah ..das van sneuchtens toe savens” nader bekijkt, dan is dat geen Kempens dialect maar doet eerder aan het Oost-Vlaams denken, zo rond de kanten van Hamme.
In het Kempisch zou het zijn: “Hie hemmek veul duive zalla, das van smerges tot saves”
WNT:
Etym. Ochtend en uchtend zijn sinds lang de gebruikelijke vormen in de schrijftaal. In de spreektaal echter wordt de t niet gehoord; men zegt altijd ochend. Die vorm is inderdaad ouder en echter. Uit goth. uhtvô ontstond de oorspronkelijke Nederl. vorm ochte, uchte, of ocht, ucht (verg. osaks. uhta, nnd. ucht). Ocht en ucht verliepen in de volkstaal tot ochend en uchend, door de inschuiving der n, evenals naakt tot nakend, tachtig tot tachentig overging, en boekweiten eerst boekete, vervolgens boekende (gort) werd. Maar nevens de volksuitspraak ochend en uchend bleef ochte, uchte, bestaan, ook wel ochten, uchten geschreven. Geen wonder, dat allengs de beide vormen dooreenliepen, en men de t van ochten, uchten ook in ochend en uchend overbracht, waarin zij eigenlijk niet behoorde, omdat zij reeds in de d was uitgedrukt. Zoo ontstond de schrijfwijze ochtend en uchtend, die later nog te meer geijkt werd door de gewaande etymologische verklaring, volgens welke men in ochtend het tegenw. deelw. meende te zien van een verzonnen ww. ochten, dat een intensief zou geweest zijn van mnl. oeken, vermeerderen, zoodat ochtend eigenlijk den tijd van den vermeerderenden of toenemenden dag zou aanduiden.
De oorspronkelijke beteekenis des woords wordt door de vergelijking der oudere verwante talen volkomen opgehelderd. Goth uh-tvô wijst op den stam uh, blijkbaar één met skr. usca en uscas, het morgenlicht (bopp, Gloss. 53; Vergl. Gramm. 1, 302; 3, 401 vlg.). Aan skr. usc beantwoordt aan den éénen kant, met behoud van den sisklank, die vóór een klinker in r overging, lat. uro, voorheen uso, part. ustus, en aurora, lith. auscra; misschien ook aurum (het glansrijke metaal?); aan de andere zijde, met den gewonen overgang van sc in eene keelletter, glans, en goth. uhtvô, ons ocht, dat tot usc staat gelijk goth. ahtau, ons acht, tot skr. asctau. Ochtend is derhalve aan aurora verwant; beide beteekenen den tijd van het aanbrekende licht.
— Wat de vormen ochtend en uchtend betreft, de eerste is de alledaagsche en in proza de gewone, de laatste ongemeener en thans alleen bij dichters in gebruik.
Nog zeer courant in West-Vlaanderen, iets minder in Oost-Vlaanderen maar zeker nog in gebruik. Bij deze is de regio niet langer onbekend!
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.