Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
jom
Ik denk dat “jom” afkomstig is van het Latij “homo”. Men vindt het ook terug in “bruidegom” en “reuzegom”, wat dus duidelijk maakt dat gom “man” betekent. (g en j zijn in veel Noordeuropese dialecten inwisslbaar) Homo evolueerde in het Frans tot “homme” en in sommige Noordspaanse dialecten tot “home”. In het Noorden van Spanje word “home” precies zo gebruikt wordt als bij ons “jom”. Het kan natuurlijk evolueren tot een stopwoord zoals in het Engels “man” of het Duits “Mann”.
Nivrance-en-Corniche
Wie thuis bleef om de dakgoot te schildern ging op reis naar Nivrance-en-Corniche.
vaar
In mijn dorp in de Antwerpse Kempen werd het woord “vaar” gebruikt om een jonge stier aan te duiden. Het is dus als het ware de mannelijke vorm van “vaars”. Er is een nieuwjaarsliedje dat gaat als volgt: “Stare, stare, ossen en vare, kalver, keuj, die wat geven zijn er geuj.” (Sterren sterren, ossen en varen, kalveren, koeien, die wat geven zijn er goeie.)
Er is ook een uitdrukking “Brullen gelijk ne vaar.”
gemacht
Ook in de Antwerpse Kempen.
frokkelen
Ik heb ook altijd gedacht dat frokkel een woord was zoals Fräulen enzovoorts, een verkleinwoord dus van “vrouw”. Nu bestaat er in de buurt van Herentals volgens mij ook een woord “frokkelen” wat zoveel betekent als “knuffelen, liefkozen.” Ik weet alleen niet of dit een dialectwoord is of een familiewoord.Iemand die in die buurt woont zou dat eens moeten vragen in zijn omgeving.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.