Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Marcus

    milft, iets in de ~ doen
    (vaste woordgroep)

    iets in de helft verdelen

    zie ook nilft (Leiestreek)

    Wat een groot stuk taart, ik zal het in de milft doen, dan heb jij ook een stuk.

    Regio Hageland
    Bewerking door Marcus op 01 Apr 2016 21:13
    1 reactie(s)

    nonkel
    (de ~ (m.), ~s)

    Fr. oncle. Tijdens de achttiende eeuw werd het Franse woord “tante” met open armen ontvangen in heel het Nederlandse taalgebied en verving vlug de oude benaming “meu”. De nonkel mocht echter niet overal mee en is in het Vlaamse gebied blijven hangen.

    zie ook nonk

    < Fr oncle; met de n van voorafgaand woord in “mon oncle”, < LAT avunculus, (oom) verkleinwoord van avus (grootvader)
    (etymologiebank.nl), zie ook nilft

    oom, broer van moeder of vader, of echtgenoot van tante

    Nonkel Karel is de zot van onze familie.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 01 Apr 2016 21:12
    2 reactie(s)

    nonkel
    (de ~ (m.), ~s)

    Fr. oncle. Tijdens de achttiende eeuw werd het Franse woord “tante” met open armen ontvangen in heel het Nederlandse taalgebied en verving vlug de oude benaming “meu”. De nonkel mocht echter niet overal mee en is in het Vlaamse gebied blijven hangen.

    zie ook nonk

    < Fr oncle; met de n van voorafgaand woord in “mon oncle”, < LAT avunculus, (oom) verkleinwoord van avus (grootvader) (etymologiebank.nl)

    oom, broer van moeder of vader, of echtgenoot van tante

    Nonkel Karel is de zot van onze familie.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 01 Apr 2016 21:11
    2 reactie(s)

    nonkel
    (de ~ (m.), ~s)

    Fr. oncle. Tijdens de achttiende eeuw werd het Franse woord “tante” met open armen ontvangen in heel het Nederlandse taalgebied en verving vlug de oude benaming “meu”. De nonkel mocht echter niet overal mee en is in het Vlaamse gebied blijven hangen.

    zie ook nonk

    < Fr oncle; met de n van voorafgaand “mon oncle”, < LAT avunculus, (oom) verkleinwoord van avus (grootvader) (etymologiebank.nl)

    oom, broer van moeder of vader, of echtgenoot van tante

    Nonkel Karel is de zot van onze familie.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 01 Apr 2016 21:10
    2 reactie(s)

    nilft
    (de ~, vrouw. zelfst. nw. geen mv.)

    de helft

    Hageland: milft, iets in de ~ doen
    volksetymologische ontwikkeling: van “den helft” met e-i wissel en wegvallen van de h > denilft, waarbij de n niet meer gezien wordt als een deel van het lidwoord, maar als beginletter van het zelfstandig naamwoord, zoals nonkel en nonk ontstaan zijn uit “mon oncle”.

    Mijn boterkoek heb ik in 2 gesneden en de nilft ervan opgegeten.

    Regio Leiestreek
    Bewerking door Marcus op 01 Apr 2016 21:07
    4 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.