Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
op de hoogte zijn van iets, weten,
kennen.
Hij zat te zoeken hoe dat instrumentje werkt, hij vond het niet en zuchtte: ‘Wie is er dat wijs?’
zeer zuinig iemand
Je moet niet peizen dat ie ne keer gaat tracteren als het kermis is, zo ne profietigaard!
mondharmonica
een familielid zei: “Geef me ne keer mijn leithoorn”.Dan gaf men hem zijn mondharmonica, waarop hij mooie liederen en melodieën speelde.
voldaan zijn van eten. Meest gezegd van dieren
de boer had buukstabie gegeten, ie pufte ne keer, zei “’k heb mijn vulte” en nu smoorde ie zijn puupke.
Veel en met volle goesting (W.-Vl. buuk’stabie) eten.
en zeggen dat het hem smaakte, hij zat daar buikstabij te eten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
