Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
keel /str.e.oet/ , strot
→ E. throat
Die brakke spinazie krijg ik niet door m’n stroot. Ge hebt er een handsvol zout bijgedaan ipv. een snuifje?
Straathond, samentrekking van straat en chien.
Een stratié (stratièn)wordt minder ziek dan een rashond
douche
VD
stort·bad (het)
1 bad waarbij iem. een grote hoeveelheid water tegelijk over zich heen krijgt
2 (archaïsch) douche
een stortbad nemen
dom, dwaas
vgl. stommerik (= domoor)
VD
stom (bijvoeglijk naamwoord; stomheid)
1 niet in staat om te spreken
2 (stommer, stomst) dom
3 (stommer, stomst) vervelend, eentonig
4 (taalkunde) (van klinkers) onbeklemtoond, toonloos
Met “Stomme lut!” kunt ge uzelf wel verwensen, als ge inziet dat ge er totaal nèffest (= naast) waart.
dom, dwaas
vgl. stommerik (= domoor)
VD
stom (bijvoeglijk naamwoord; stomheid)
1 niet in staat om te spreken
2 (stommer, stomst) dom
3 (stommer, stomst) vervelend, eentonig
4 (taalkunde) (van klinkers) onbeklemtoond, toonloos
Met “Stomme lut!” kunt ge uzelf wel verwensen, als ge inziet dat ge er totaal nèffest (= naast) waart.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.