Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
pak, maatpak
VD
kos·tuum (het; kostuums; kostuumpje)
1 kleding van één persoon, horend bij een bepaalde activiteit, een ambt of een toneelrol
2 een stel kleren, jas, broek en vest voor mannen
Ik heb een zwart kostuum met witte streepkes gekocht.
bepaald soort charcuterie, kleine stukjes gekookt(meestal varkens-)vlees , in gelei of gestold vleesnat.
verwant aan frut, maar frut is zuurder en met minder gelei
ook hoofdvlees of perskop genoemd
en op z’n Brugs : (h)oofflakke
Kop eet ik het liefst met flink wat mosterd.
hoofd, ook gebruikt om het hoofd van een mens aan te duiden
VD
kop (dem; koppen)
1 het voorste of bovenste deel van het dierlijk lichaam, overeenkomend met het hoofd bij de mens
2 (informeel) hoofd van een mens
Ik ben met mijn stomme kop tegen de deur gelopen, en heb nu een grote bult.
Als mijn boterham met hesp op is, pak ik nog ene met konfituur.
race, wielerwedstrijd
VD
koers2 (de; koersen)
1 snelheidswedstrijd, wedren
Ze hebben alle straten van het dorp afgezet omdat de koers er door moet.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.