Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zich te buiten gaan
zich uitleven
zich vuil maken
zich te goed doen aan lekker eten
zie ook begaaien, zich ~
De kleine heeft zich gisteren begaaid in het bos, we hebben al zijn kleren direct in de was moeten gooien.
zichzelf, zijn eigen
VD95 vernoemt exhaustief de volgende specifieke gevallen: ikzelf, mezelf, jezelf, jijzelf, julliezelf, wijzelf, onszelf, uzelf, haarzelf
ook zijnzelve
Hij is van zijnzelve gevallen. (flauw gevallen)
Dat gaat van zijnzelf wel weg.
bewegen / boe ’zjè: r.e /
→ Fr. transparant bouger
ook in de figuurlijke zin
Op het spitsuur op den tram is er geen bougeren aan. Als ge wilt afstappen, moet ge u op tijd naar de deur wriemelen.
Hij moet mij nog 20 euro maar hij bougeert niet.
gaan
“’k Gon meiren nor de cinema.”
“Gode gij meiren nor de cinema?”
“Gij got meiren toch nie nor de cinema?”
“Hij got toch mee nor de cinema meiren?”
“Wij gommen meiren nor de cinema.”
“Zulder gon meiren nor de cinema.”
“Godde gulder meiren nor de cinema?”
“Gaun, nondedju!”
zonder woorden aan vuil te maken, vanzelf zonder tramalant, heimelijk
VD95: (gew.)
ook: stoemelings
Het nieuwe reglement werd stoemelings goedgekeurd. Het was pas veel later dat men de gevolgen ervan inzag.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.