Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
volgens WNT, alleen ten noorden van Vlaanderen gebruikelijk
KNOSSEL
Woordsoort: znw.(m.)
Modern lemma: knossel
znw. m. Wellicht een afl. van knos (zie KNORS), of samenhangend met Knoesel. Alleen in de noordelijke helft van O.-Vlaand. gebruikelijk.
?— Knoop in een draad; ook: knobbelvormig voorwerp of klomp op zichzelf, in ’t bijzonder een verward kluwen.
De zieke spuwde nog ’nen knossel uit, vooraleer hij stierf, joos 1900-1904.
Het garen is een knossel, ik en kan ’t niet uiteenkrijgen, joos 1900-1904.
?— Fig.: verwarde, ingewikkelde, duistere zaak.
Dat is daar een aardige knossel, SCHUERM. 1865-1870 (er is sprake van een huishouding).
Hij heeft zijn boeken niet gehouden en dat is nu een knossel waar niemand uit wijs wordt, joos 1900-1904.
?— Ook: mengsel, door elkaar gemengd voedsel, hutspot.
Wij zullen al die overschotten maar bijeengieten en er knossel van maken, joos 1900-1904.
Afl. Knosselen.
bestaat ook:
te mijnenst?
te uwenst
te jouwenst
te onzenst
etc?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.