Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de dop (mannelijk)
werkloosheidsuitkering, werkloos zijn
Ik vind helemaal geen werk, ik zit al een jaar aan den dop.
het doopsuiker
kadootje dat bij de geboorte wordt gegeven aan de bezoekers van het nieuwe kindje
In Vlaanderen is het helemaal niet gebruikelijk om “beschuit met muisjes” te geven, zoals dat in Nederland wel is ingeburgerd. De Vlaamse ouders van de nieuwe baby zorgen voor een kleine traktatie, in de vorm van een aantal suikerbonen die op een originele manier worden verpakt.
Katrien heeft zelf allemaal zakskes gebreid voor het doopsuiker van haar nieuwe baby.
de doop (mannelijk)
ontgroening (bij studenten)
Op den doop drinkt het preasidium geen alcohol. De schachten uiteraard wel.
de doemp (mannelijk)
damp, rook, mist
Met al den doemp in die café konden we mekaar bekan niet zien staan.
de dikketettensaus
frietsaus: andalouse met satékruiden
Als we in Gent zijn gaan we een pak friet met dikketettensaus eten bij Julien.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.