Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Hoerenkoten
in ’t Brugse spreken ze van “kabardoesjkes”. 1872) vermoedelijk <Fr. cabaret douze, van cabaret (kroeg) en douze (twaalf), hier in de speciale betekenis van een gokspel met dobbelstenen (niet 100% zeker van de betekenis “douze” kan ook van “lief” (doux) komen. Bij uitbreiding een gemene kroeg.
aanvulling bij soms in 't Brugs
correctie: hij sprak over “mien oerelief” (geen verkleining)
soms in 't Brugs
ooit opa (uit Brugge) horen spreken over zijn “oereliefke”
in 't Westvlaams
In Brugge spreekt men van “schoepen”. “J’eet da geschoept, é?” “Jojoj !”
verwant aan
“ei do”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.