Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
- overrompeld zijn
- het feest voorbereiden, het huis een beurt geven, mijn moeder die ziek werd, panne met de wagen; het was een beetje teveel op mijn boterham
ergens tegenaan stoten- bokken, bokte, gebokt
een stoot krijgen- een bok
- toen hij naar de kelder om bier ging bokte hij met zijn hoofd tegen het lage plafond- een ezel stoot zich geen 2 keer aan dezelfde steen geldt blijkbaar niet voor hem
- in de straat is een ongeluk gebeurd; de ene wagen heeft een ferme bok gekregen, heel de voorkant ligt in
- bewusteloos
- de merel vloog tegen de ruit en bleef een paar seconden als dood liggen, hij was gelukkig maar in dolinge want hij vloog binnen de minuut weer weg
- voor een kleine ingreep doen ze de persoon nu niet meer in dolinge , een plaatselijke verdoving volstaat meestal
- kauwgom
- chiclette
- van de soldaten bij de bevrijding kregen de kinderen snoepjes – een plat langwerpig stukje dat zij ‘tchiclet’ noemden. Wij noemden het spielemente misschien omdat we er mee konden spelen eens de zoete smaak er af was, bellen maken tot ze uiteen spatten, uitrekken om ter langst enz
- kauwgom
- chiclette
- van de soldaten bij de bevrijding kregen de kinderen snoepjes – een plat langwerpig stukje dat ze chiclet noemden. Wij noemden het spielemente misschien wel omdat we er ook mee konden spelen, bellen maken en laten uitspatten, uitrekken enz
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.