Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Kleine slaapkamertjes op een grote slaapzaal waar de internen sliepen.
Als we op de bedrand stonden konden we over het tussenschot met onze buurvrouw praten; zeg maar fezelen want steeds was er een non in de buurt die ons zou kunnen horen.
Kleine slaapkamertjes op een grote slaapzaal waar de internen sliepen.
Als we op de bedrand stonden konden we over het tussenschot met onze buurvrouw praten; zeg maar fezelen want steeds was er non in de buurt die ons kon horen.
Wasstel bestaande uit een ronde kom, een kan en een zeepbakje in gleiswerk. Effen of gebloemd.
In gebruik in hotels en kostscholen voordat er badkamers en douchecellen waren.
In het internaat bracht iedereen haar eigen lampet mee.
Het was elke dag een hele ceremonie; ’s avonds een kan water gaan vullen en ’s morgens de waskom gaan ledigen dit onder het strenge oog van (zuster) Victor!
insmeren met pek
De onderkant van witgekalkte huizen, zo’ halve meter, werd vroeger ingesmeerd met pek om te beschermen tegen vocht.
Een lek in de goot werd ook met een dikke laag ingepekt.
bleke kuiten
benen die de zon nog niet gezien hebben
De jongens lachten hem uit met zijn melkkieten onder zijn korte broek.
Lang, héél lang geleden smeerden we onze melkkieten in met koffie of chicorei sap; zo leek het alsof we kousen aan hadden.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.