Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Ik kom uit de Nederlandse Kempen.
Ik zag bij het woord “dal” de betekenis van zware stoeptegel.
Mijn vader (geb. 100 jr. geleden) gebruikte dit woord met toevoeging van de “s” ook altijd als hij het over trottoirtegels had (30 × 30 × 4,5 cm) . Één tegel was “unnen dals” (mannelijk dus), waren het er meer dan bijv. “20 dalsen”.
Ik zag dat een iemand uit deurne (belgisch deurne neem ik aan) ook de vorm met een s kent.
Ik gebruik dat woord ook nog wel eens maar zie steeds meer om me heen dat men het niet meer kent.
Dus zijn er nog meer streken waar het zo gebruikt wordt ???
“Ik goi ‘n stoepke leggen en denk dè’k’r mer dalsen ingooi”
Dit woord gebruikten wij in ons dialect (nederland, kempen) voor iemand aan te duiden die het niet voor elkaar had gekregen een tamme ekster (bij ons “hannik”, nav het min of meer gelijk klinkende geluid dat hij produceert, denk ik) groot te brengen.
Indien ekster dus het loodje legde, dan “scholden” we betreffende persoon uit door hem “unnen dokkeutel” te noemen.
Na constatering dat ekster overleden was (en persoon in kwestie dus min of meer gefaald had), zei men dan:
“Ge zet unnen dokkeutel”.
Dit woord gebruikten wij in ons dialect (nederland, kempen) voor iemand aan te duiden die het niet voor elkaar had gekregen een tamme ekster (bij ons “hannik”,nav het min of meer gelijk klinkende geluid dat hij produceert, denk ik) groot te brengen.
Indien ekster dus het loodje legde, dan “scholden” we betreffende persoon door hem “unnen dokkeutel” te noemen.
Na constatering dat ekster overleden was (en persoon in kwestie dus min of meer gefaald had, zei men dan:
“Ge zet unnen dokkeutel”.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.