Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mier
zie ook: muurzeiker
Woordenboek van P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1899-1906). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen):
BREK, znw., m. en v. – Boschmier, soort van groote bruine mier. Dat insect, wiens beet zeer pijnlijk is, bouwt zijne nesten in heiden, bosschen en houtkanten met stukjes hout en wortelvezels.
Zit er een brek in uw broek? Uitschieten dan en zorgen dat ge ze vindt, anders zit ge met een probleem.
mier
zie ook: muurzeiker
Woordenboek van P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1899-1906). Idioticon van het Antwerpsch Dialect (Stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen):
BREK, znw., m. en v. – Boschmier, soort van groote bruine mier. Dat insect, wiens beet zeer pijnlijk is, bouwt zijne nesten in heiden, bosschen en houtkanten met stukjes hout en wortelvezels.
Zit er een brek in uw broek? Uitschieten dan en zorgen dat ge ze vindt, anders zit ge met een probleem.
Hij werd gebeten door een brek. Het brek heeft hem een dikke boebel met veel joeksel doen krijgen.
uitstapje, reisje
De buurvrouw ziet er stralend uit. Ze gaat een sortietje doen, denk ik.
nageboorte van een koe of rund
“De geit heeft reeds het schoone afgeworpen.”
“De schoone van eene koe in den mesthoop begraven.” (De Bo 1873)
landelijke zone rond het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaande uit het Arrondissement Halle-Vilvoorde en het gebied ten westen van Leuven
“De Streek-GR Groene Gordel vertrekt in Halle, de bedevaartsstad in de Zennevallei aan de rand van het Pajottenland.” (https://www.groteroutepaden.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.