Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wordt gezegd van welgestelde mensen die een onbekommerd bestaan leiden; meestal met een sarcastisch ondertoon
Als ge over de markt gaat ziet ge den Toon daar op het terras van Den Engel zitten, ja ja, alle dagen kermis en zondag om de week.
Alle dagen feesten is niet goed, er moet ook nog gewerkt worden.
zie ook alle dagen zondag en kermis om de week
Als we vroeger 2 dagen na mekaar een stapke in de wereld wouwen zetten, dan zei ons moeder: ’ het is niet alle dagen kermis’. Dan wisten wij het en bleven thuis.
Nu zegt de jonkheid tegen de ouders: ‘het is niet alle dagen werkendag hè’; ze slagen de deur toe en ze zen weg.
ondiepe plaats in de bocht van een rivier waar zand bijeen gespoeld is
(gebruik zeker in de de A. Kempen, maar waarschijnlijk ook elders)
Achter de zandschel maakte de beek een scherpe bocht, het water ging er snel en daar was een verraderlijk diepe put.
pootjebaden, waden
uitspraak in de Antwerpse Kempen: /bowe/, in Haspengouw /bojje/ (zie kimpel)
We gingen naar de Neet, de grootsten om te zwemmen en de kleinsten om te baden op de zandschel.
Op sommige plaatsen stond het water zo laag dat ge er kondt over baden.
diepere plaats in een beek, meest in een bocht of meander (waar eertijds gebaad kon worden)
(diminutief van “kom”, lokaal uitgesproken als “koemp” (+ umlaut, ontronding, p-suffix, diminutiefuitgang -el)
Wie gaat mee baden in de kimpel? (Wèè geet mèt bojje èn de (boj)kimpel?)
In Bilzen is het gemeentelijk ontmoetingscentrum De Kimpel genoemd naar de aloude ontmoetingsplaats voor jongeren aan de Demer.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.