Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mild spottende term voor Belgisch militair die in Duitsland verbleef (in de periode 1946 – 2004); ook hun familieleden werden vaak zo genoemd;
in het Franstalig gedeelte van Belgiƫ betekent het zoveel als belgicist
Er woonden heel veel Belgicains in Aken, Keulen, Soest, Siegen, Kassel en Bonn.
buts betekent buil,madebutsen zijn builen veroorzaakt doordat een insect zijn eieren legde in de huid van een rund, vanaf het moment dat de maden zich ontwikkelen ontstaat er een buil
Uitspraak in de Antwerpse Kempen /moauwebuts/
Tegenwoordig ziet ge veel minder beesten met madebutsen, vroeger stonden de runderen veel langer op de wei.
iemand die erg vuil is, dikwijls gebruikt als aanspreking
het woord piloe wordt altijd voorafgegaan door het bijvoeglijk naamwoord “vuil” of een synoniem;
mogelijkerwijze is pilou een verbastering van FR. filou (schurk)
Zeg, mottige piloe, zoudt ge u eens niet gaan wassen!
alcoholische dranken drinken, zuipen
Elke week zitten ze daar in de garage naar de sjotters te kijken, te paffen en te buizen.
alcoholische dranken drinken, zuipen
Elke week zitten ze daar in de garage naar de voetbal te kijken, te paffen en te buizen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.