Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand op een of andere manier schade berokkenen of zwaar beledigen
Uitspraak in de Kempen: “iemand op zijnen bleik spiejeke”
zie ook (bleek] en speken
Ik dacht dat we vrienden waren, maar met zoiets over mij te vertellen hebt ge toch wel lelijk op mijnen blijk gespekt.
problemen, last, ambras…hebben met iets of iemand
Toen is zijn oude nonkel Sus bij komen inwonen en die werd kinds en daar hebben ze nog dol mee gehad zalle!
problemen, last, ambras…hebben met iemand
Toen is zijn oude nonkel Sus bij komen inwonen en die werd kinds en daar hebben ze nog dol mee gehad zalle!
naaf van een karwiel
uitspraak in de Kempen “doem” met korte oe.
In mijn streek schilderden ze de dommen en de spaken van de karren rood, de bak werd groen geverfd.
opstaande stenen aan weerszijden van een inritpoort die moesten verhinderen dat de wielen van de kar de muur beschadigden als iemand onhandig binnenreed; ze waren dus eerder een “bescherming tegen loemperiken”
Toen Kobe den hullemboer binnenreed met zijn kar knotste hij zo hard met de dom van de kar tegen de loemperik dat het wiel scheef stond.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.