Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Woord afgeleid van smeren. (boter op brood/pistolets)
Jaarlijks feest van een vereniging waarbij een deel van de clubkas wordt aangewend om spijs en drank te betalen en waarbij duchtig “gesmeird” wordt.
Zie smeiren
Ze hadden veel te veel eten besteld voor de smeir van de visclub. Ze hebben den overschot onder de leden verdeeld.
stuk taart
dikke snede, homp
iets wat de vorm van een wig heeft, bijvoorbeeld waar twee straten in een scherpe hoek bijeen komen.
Voor wie de laatste spie smurfentaart ?
puntzak Een tip is een punt of spie.
Vroeger verkochtten ze van die straffe pijptabak in tipzakken.
defectief ww, verouderd
Zoveel als “te grazen nemen” “te pakken nemen”. Werd wel eens gebruikt als (niet gemeende) bedreiging tegenover een stout kind. Doorgaans alleen gebruikt als infinitief na zullen, daarnaast ook het voltooid deelwoord “gekabiebast”.
.
Preutelt nu nog eens een keer tegen en ik zal u eens kabiebassen. zie tegenpreutelen
Tegenspreken. Zie tegenspruttelen.
Wie bij ons moemoe durfde tegenpreutelen vloog direct aan de deur tot hij van gedacht veranderde.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.