Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Stuiken was een spel waarbij iemand een aantal knikkers in zijn hand en ze “stuikte” in een putje koeleke in de grond. Daarbij werd gewed tussen de deelnemers of het aantal knikkers in het koeleke paar of onpaar zou zijn. Heel straffe spelers wedden op een bepaald aantal. Als er veel spelers waren, werd er gestuikt met een volle klak. Dit was dus een echt kansspel, maar sommigen trachtten er een behendigheidsspel van te maken door “duimke te houden” en zo het lot letterlijk naar hun hand te zetten.
Ik heb al mijn knikken glazers verloren bij het stuiken.
Rondtrekkend koopman uit de Limburgse Kempen.
Bij ons kwamen altijd teuten aan de deur met gerief en rollen stof.
Rondtrekkend koopman uit de Limburgse Kempen.
Bij ons kwamen altijd teuten aan de deur met gerie en rollen stof.
lijnwaad
Mijn grootmoeder kocht vlak voor de oorlog een heel pak lijvert van een teut. Daarmee zijn ze jaren goed geweest.
Dit kinderspelletje noemt men in het Nederlands tikkertje. Iemand werd aangeduid door af te tellen en moest dan trachten een medespeler met de hand aan te raken. Die moest dan op zijn buurt achter de anderen aan gaan.
Een variant was “letsen vasthouden”.Dan moest de aangeraakte speler zijn hand op de plaats houden waar de vorige hem geraakt had, wat voor een soort handicap zorgde.
In mijn moeder haar jeugdjaren (jaren twintig van vorige eeuw) noemde men “letsen vasthouden” “vaste ijzeren poes.”
- Wie doet er mee letsen?
- Ikke, maar is ’t losse letsen of letsen vasthouden?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.