Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
aars, gat, poep
zie ook stop
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Sluitspier van den aars (DE BO (1873), CORN.-VERVL.).
VD 2018: niet algemeen
Hij nijpt zijne strop toe van schrik.
Zijn strop zal nogal zeer doen, hij heeft het speen.
strik van ijzer- of koperdraad om wild mee te vangen
VD BE; niet algemeen
Joske kan het stropen niet laten. Gisteren heeft hij zijn stroppen weer eens uitgezet.
ongedierte op planten (bladluis, spint) of dieren (vlooien, teken)
De rozen moeten besproeid worden, ze zitten vol beesterie.
De buxusbol zit vol met beesterie. De bladluizen zuigen al de blaadjes leeg.
kaakslag, slag in het gezicht
Als je nu niet zwijgt krijg je een trek op uw lucht.
(Als je nu niet zwijgt verkoop ik je een oplawaai.)
kaakslag, slag in het gezicht
zie ook: toek oep a wezen , toek op uw bakkes, djoef op a muile, saflet, klets tegen je tote, klets tegen uw toot, djok op je wroete, djoef op au wezen, labat, een drevel geven, kopper op ouwe frater
Als je nu niet zwijgt krijg je een trek op uw lucht.
(Als je nu niet zwijgt verkoop ik je een oplawaai.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.