Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
sterk vereenvoudigd taalgebruik waarbij zinsdelen zoals koppelwerkwoorden, hulpwerkwoorden en voorzetsels verdwenen zijn
genoemd naar het taaltje van Jerommeke uit de tekenverhalen van Suske en Wiske (Willy Vandersteen)
“Spontaan wordt men aangesproken, vaak in Jerommekestaal, maar de boodschap is onmiskenbaar: Polen gut katolik, zeggen ze dan, of nog: nichts bolsjevik.” (http://www.mvo.be/history-pope/pope06.html)
Als we zomaar woorden beginnen af te schaffen, spreken we binnen de kortste keren allemaal Jerommekestaal (TITEL DM 041018)
(het) onzevader (katholiek gebed)
ook: vaderonzen (Walschap)
Ne vaderons en drie weesgegroeten.
Voor het slapen gaan moest heel het gezin nog een vaderons bidden voor vaders duiver die zo jammerlijk verongelukt was.
kwam, ging
Ich kwamp van ginder en gij gink ne doa.
(Ik kwam van ginder en jij ging naar daar.)
vrouwmens
“Een zuster van mijn Fien sliep inne kellerkamer en die was do nog ma just en toen kwamp da vremmes. As wij do ware dan kwamp ze nie.” (http://www.volksverhalenbank.be/ Vlaamse Volksverhalen – grensgebied Kempen-Hageland)
onderkin, dikke keel, vet onder de kin,
zie ook kozzem
Van Dale: kossem; de (m.); -s
(1552) vgl. kodde (knots); de oorspr. betekenis is ‘zwelling’
1. kwab onder de hals van een rund of konijn
synoniem: halskwab, wam
Da vremmes hei nen dikke kossem.
(Die vrouw heeft een dikke onderkin.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.