Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
steenpuist,karbunkel
AN negenoog
in Limburg, Antwerpse Kempen en Noord Brabant
“Een man die een ‘negenoger’ (?) in zijn hals kreeg, zou door die vrouw zijn behekst.” (http://www.volksverhalenbank.be/mzoeken/zoeken_Detail.php?ID=48985 streek van Herentals)
1) groot vertoon, blijk geven van grote zelfdunk
< Frans grand genre: grote zjaar
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij zjèren: afgeleid zjaar:
Wijze waarop iemand handelt of te werk gaat; manier van doen. In de aanhaling steeds in de verbinding groote zjèèr, groot vertoon.
- Groote zjaar, prachtvertoon, trant, wijze der rijken, Joos (Waasland) (1900-1904)
- ’t Is allemaal groote zj?r in dat huis, Cornelissen-Vervliet (Antwerpse Kempen en Antwerpen) (1903).
- Ze hebben ’nen knecht die een frak draagt met vergulde knoppen, dat is de groote zjaar, Joos (1900-1904).
Voorbeeld: Hij heeft nogal wat zjaar bij.
zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot
2) genre, passend bij, iemands stijl, voorkeur
1) Als ge da zeet, op den boul’vard,
al dien chik en dien groten zjaar,1
dan zegde: non de bleu, dee maude,
da kost toch aude.
(Als je dat zie op de boulevard
al die chick en die grote zjaar,
dan zegde "non de bleu, die mode, dat kost toch geld)
(http://www.wreed-en-plezant.be/)
non de bleu: bastaardvloek voor “nom de dieu”
aude: Brusselse uitspraak van oorden (=geld)
2) Dat vintage kastje kon ik niet laten staan. Vintage is mijne zjaar, hé. (Regio Waasland).
1) groot vertoon, blijk geven van grote zelfdunk
< Frans grand genre: grote zjaar
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij zjèren: afgeleid zjaar:
Wijze waarop iemand handelt of te werk gaat; manier van doen. In de aanhaling steeds in de verbinding groote zjèèr, groot vertoon.
- Groote zjaar, prachtvertoon, trant, wijze der rijken, Joos (Waasland) (1900-1904)
- ’t Is allemaal groote zj?r in dat huis, Cornelissen-Vervliet (Antwerpse Kempen en Antwerpen) (1903).
- Ze hebben ’nen knecht die een frak draagt met vergulde knoppen, dat is de groote zjaar, Joos (1900-1904).
Voorbeeld: Hij heeft nogal wat zjaar bij.
zie ook zjaartrut, zjaarwijf, zjaaremme, zjaarkloot
2) genre, passend bij, iemands stijl, voorkeur
1) Als ge da zeet, op den boul’vard,
al dien chik en dien groten zjaar,1
dan zegde: non de bleu, dee maude,
da kost toch aude.
(Als je dat zie op de boulevard
al die chick en die grote zjaar,
dan zegde "non de bleu, die mode, dat kost toch geld)
non de bleu: bastaardvloek voor “nom de dieu”
aude: Brusselse uitspraak van oorden (=geld)
2) Dat vintage kastje kon ik niet laten staan. Vintage is mijne zjaar, hé. (Regio Waasland).
(onderwijs) onderwijs dat niet door staat, provincie of gemeente wordt georganiseerd (definitie Van Dale)
Ook kortweg: vrij onderwijs
in tegenstelling tot onderwijs, gesubsidieerd officieel ~
Van Dale 2013 online: in België
Tot het gesubsidieerd vrij onderwijs behoren alle scholen die op privé-initiatief, door een privépersoon of privéorganisatie georganiseerd worden. De inrichtende macht is vaak een vereniging zonder winstoogmerk (vzw) (macht, inrichtende ~). Het vrij onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit katholieke scholen.
Gaat hij naar ’t vrij onderwijs of naar het atheneum?
morsdood, doodmoe
zie ook steendood
“Auto belandde in de gracht, wij op de grond. Ik en Kevin zware kneuzingen en fietsen perte totale. Een halve seconde vroeger en we waren allebei keidood.” HLN 100814
“Ik ben naar huis gegaan, heb mijn kat vastgebonden, met kilo’s klei ingesmeerd en een nachtje laten drogen. ’s Anderendaags was dat beest natuurlijk keidood.” (http://www.demoeial.be/artikels/10978/)
“k mocht dan mee gaan zwemmen in het Netepark en daarna naar Hidrodoe. (ik was keidood ’s avonds !)” (http://www.bloggen.be/)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.