Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Marcus

    missies
    (de ~, mv, begrip)

    reeks donderpreken door kloosterlingen die hiervoor opgeleid waren, de missies werden ongeveer om de zeven jaar gehouden en waren gecombineerd met huisbezoeken en liefdadigheidsacties

    Als het missies waren in het dorp liepen de boeren en de boerinnen er een stuk properder bij overdag. In de kerk stonk het naar de wierook en bij de mensen naar sunlightzeep.

    Voor de missies moesten wij altijd geld mee naar school nemen om aan die nonnen af te geven.

    Voor de missies mochten we geven wat we wouden maar minder dan 20 frank, dat was veel in de jaren 70, waren ze niet content, de geldwolven!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 06 Sep 2018 16:58
    5 reactie(s)

    missies
    (de ~, mv, begrip)

    Vroeger waren er zo ongeveer om de zeven jaar in de meeste parochies missies. De laatste keer dat ik het nog meegemaakt heb, was in 1954. Het kwam neer op een soort retraite voor het hele dorp. Sommige patersordes waren blijkbaar gespecialiseerd in het begeleiden van dergelijke missies. Die paters kwamen dan o.a. op huisbezoek bij de mensen, maar hun voornaamste taak bestond er toch in elke avond in de kerk wel tien dagen na mekaar een donderpreek te houden: “Gijlie geeft te weinig, gijlie hebt allemaal bloed aan ulle handen. Waar zijn hier nog de grote gezinnen van twaalf en meer kinderen? Aha, gijlie zult allemaal naar de hel gaan …, enz.”
    Gevolg was natuurlijk dat er negen maanden later geen enkele wieg in het dorp nog onbezet bleef.
    En nog iets eigenaardigs: in mijn eerste studiejaar in de jongensschool zaten twee jongens die jonger waren dan de oudste kinderen van hun oudere broer(s) of zus(sen). Ze waren dus oom van kinderen die ouder waren dan zijzelf. (Behalve in het katholieke Vlaanderen kwam dit fenomeen nergens anders ter wereld voor tenzij dan bij primaten grapje).

    Als het missies waren in het dorp liepen de boeren en de boerinnen er een stuk properder bij overdag. In de kerk stonk het naar de wierook en bij de mensen naar sunlightzeep.

    Voor de missies moesten wij altijd geld mee naar school nemen om aan die nonnen af te geven.

    Voor de missies mochten we geven wat we wouden maar minder dan 20 frank, dat was veel in de jaren 70, waren ze niet content, de geldwolven!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 06 Sep 2018 16:54
    5 reactie(s)

    favoritisme
    (zn. het ~, o, ~n )

    systeem van begunstiging, voortrekkerij

    zie ook: affairisme

    < fr.: délit de favoritisme (m)

    Favoritisme komt in elke familie voor. Hoewel het absoluut ’not done’ is om dat toe te geven, hebben haast alle ouders een ’favorietje’ als het gezin meerdere kinderen telt. (fifytoo.be)

    Ondernemers stortten zich nooit eerder met zoveel publieke wellust in partijpolitiek favoritisme (demorgen.be)

    Van favoritisme naar legaliteit. De Belgische politieke drempel van ballingen.(Idesbald Goddeeris)

    Regio Standaard Nederlands
    Bewerking door Marcus op 04 Sep 2018 20:43
    0 reactie(s)

    mangelen
    (ww. mangelde, gemangeld)

    tekort hebben, mankeren, missen in de betekenis van ‘het niet hebben van’

    meestal met voornaamwoord hem, haar,

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands, weinig gebruikt afwezig zijn bij, ontbreken

    Hij heeft alles, het enige dat hem mangelt is een goei lief. Daar moet hij geld voor hebben om ze te kunnen onderhouden en dat mangelt hem ook.
    “Het Brussels International Business Court moet in het Engels internationale geschillen oplossen. Maar juridisch mangelt er wat en de KMO’s dreigen in de kou te staan.” (Doorbraak 040918)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 04 Sep 2018 19:48
    4 reactie(s)

    mangelen
    (ww. mangelde, gemangeld)

    tekort hebben, mankeren, missen in de betekenis van ‘het niet hebben van’

    meestal met voornaamwoord hem, haar, het

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands, weinig gebruikt afwezig zijn bij, ontbreken

    Hij heeft alles, het enige dat hem mangelt is een goei lief. Daar moet hij geld voor hebben om ze te kunnen onderhouden en dat mangelt hem ook.
    “Het Brussels International Business Court moet in het Engels internationale geschillen oplossen. Maar juridisch mangelt er wat en de KMO’s dreigen in de kou te staan.” (Doorbraak 040918)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 04 Sep 2018 19:47
    4 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.