Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Marcus

    Zet oech daal
    (vaste woordgroep)

    ga zitten

    in het overgangsgebied tussen Oost-Brabant en West-Limburg

    “Met een sympathiek Zet oech daal in authentiek Limburgs nodigt Jan Verleysen mij uit om te gaan zitten.”(https://www.randkrant.be/nl/news/1691/das-hauptziel-des-marnixring°

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door Marcus op 30 Aug 2018 00:46
    0 reactie(s)

    daal
    (bijwoord)

    neer, naar beneden

    meestal in combinaties met overgankelijke en onovergankelijke werkwoorden:
    in het overgangsgebied tussen Limburg en Brabant (Diest bijv.)
    Hageland, ook wel in Haspengouw
    zie ook kop, uwe ~ komen daal te leggen, daalgaan

    Zet oech daal en drinkt iets.
    (Zet u neer en drink iets.)

    Legt oere boek daal, we gaan naar huis.
    (Leg je boek neer, we gaan naar huis.)

    Provincie Vlaams Brabant
    Bewerking door Marcus op 30 Aug 2018 00:43
    0 reactie(s)

    den Afrique
    (vaste woordgroep)

    Afrika

    < l’ Afrique

    zie ook Limburg, de ~, Congo, de ~ plaatsnamen voorafgegaan door een bepaald lidwoord

    “Ze kwamen van ’t zuiden en van den Afrique
    Om hier aan wa brood te geraken”
    (Wannes Van De Velde)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 29 Aug 2018 22:36
    0 reactie(s)

    den dikke draaien
    (uitdrukking)

    veel geld uitgeven, zich belangrijk voordoen

    “Doe maar vrijwilligerswerk, domme europeanen. Oxfam zal wel den dikke draaien in den afrique.” (http://forum.motorum.be/viewtopic.php?f=2&t=651&start=4425)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 29 Aug 2018 22:31
    0 reactie(s)

    vangen
    (ww. enkel in de tegenw.tijd)

    gek, zot, debiel zijn, doordraaien, doortrappen

    < vroeger in Antwerpen: vliegen vangen: “Hij vangt vliegen”.
    zie ook vanger

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: vangen, in de verbinding: vliegen vangen

    In aansluiting bij het voorafgaande is waarschijnlijk te verklaren ‘vangen’ in de betekenis ”getikt zijn, niet goed wijs zijn” (waarbij men met de hand een vangende beweging ter hoogte van het voorhoofd maakt) in Zuid-Nederland.
    De haard van deze Zuid-Nederlandse uitdrukking schijnt Antwerpen te zijn, waar ze reeds in het begin van deze eeuw algemeen gebruikelijk schijnt te zijn geweest; ze is tijdens en na de wereldoorlog 1940-’45 erg in de mode gekomen, doch thans nog niet overal in Zuid-Nederland doorgedrongen.

    “B.: Haha ik heb den dikken B. te pakken.
    K.: Gij vangt zeker, die zit nog bij P. H. in Antwerpen”.
    (’t Pallieterke 25 Nov. 1948.)

    Van Dale 2013 online: gewestelijk

    Wat heeft hij je nu weer wijsgemaakt?
    Hij vangt.

    Gij vangt zeker? Tegen de richting in door die drukke straat rijden?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 29 Aug 2018 22:23
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.