Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
prullen, smossen op het bord
zn.: dasjtereir
< dasteren, deisteren
Ge moet ni dasjtere in uw bord!
voddenraper, iemand die in vuilnisbakken rommelt
“Op een dag liep Vinçotte mediterend over zijn probleem over het plein in aanleg en zag daar de laatste voddenraper of kasjoebereir zoals we in Brussel zeggen.” (https://salonvansisyphus.wordpress.com/2010/09/23/)
die
m.: den dieë of den dieën (voor een klinker)
v.: de die
meerv.: de die
zie ook de dee
- Wie is Paul?
- Den dieë daar, met zijn carreauwen hemd.
De die heeft het gedaan, ik heb het gezien.
Voor de die, die te laat kwamen, zal ik het nog eens zeggen.
kristalsuiker
“Was het geen soep, in de zomer als het te warm was om achter dat fornuis te staan, wel dan was het eens ‘bootje varen ( een beschuit in de botermelk en die laden met cristalisé (kristalsuiker) tot die zonk.),en dat met rauwe botermelk, waar de klontjes boter nog op zwommen, " (http://de-cooman.be/ “het middagmaal”)
erg verstrooid en afwezig, dement
Onze petere is de laatsten tijd niet goed meer bij de zijne, ik denk dat hij kinds aan ’t worden is.
Ze was hard verschoten en ze was den hele dag niet bij den heure.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.