Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Marcus

    Nationale Dienst voor het Debiet van he Bier
    (vaste woordgroep)

    vroegere benaming van de Belgische dienst voor de Serveerkunst van het Bier

    “Het correct serveren van bier is steeds een stokpaardje geweest van de Belgische Brouwers. Reeds in 1977 werd de Nationale Dienst voor Debiet van het Bier opgericht, een gezamenlijk initiatief vanuit de Belgische brouwers.” (http://belgischebrouwers.blogspot.be/)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 12 May 2017 14:32
    0 reactie(s)

    baron zeep
    (de~, (m.), ~nen)

    parvenu, aansteller
    zie zeepbaron

    Ik hoorde van mijn ouders (°1919 en 1922, ondertussen al lang overleden) altijd de volgende verklaring voor deze benaming. Ze zou afkomstig zijn van één of andere zakenman die rijk werd door zeep te maken en te verkopen. Uiteindelijk werd hij zelfs in de adelstand “verheven”, waardoor hij het nogal hoog in zijnen bol kreeg. De bevolking noemde hem van dan af spottend “baron zeep” omdat hij zijn titel verdiend had met zeep. Spijtig genoeg kan ik mij zijn naam niet meer herinneren …

    Tegen iemand die uit de hoogte deed, werd er bij ons thuis nogal eens gezegd “Seg, baron zeep, een tooentje léger hé !” Soms sprak men ook van “baron sunligt”, maar dat is wellicht niet letterlijk (Sunlight zeep) te nemen …

    “De eigenaars van deze clandestiene fabrieken verdienden goed geld en dat toonden ze ook graag, waardoor de pejoratieve naam ‘zeepbaron’ (‘le baron Zeep’ in het Frans) ook snel werd geassocieerd met parvenu’s die grote sier maakten met grote wagens, dure sigaren en andere luxeproducten.” (https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeepbaron)

    Regio Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 11 May 2017 20:24
    0 reactie(s)

    baron zeep
    (de~, (m.), ~nen)

    parvenu, aansteller
    zie zeepbaron

    Ik hoorde van mijn ouders (°1919 en 1922, ondertussen al lang overleden) altijd de volgende verklaring voor deze benaming. Ze zou afkomstig zijn van één of andere zakenman die rijk werd door zeep te maken en te verkopen. Uiteindelijk werd hij zelfs in de adelstand “verheven”, waardoor hij het nogal hoog in zijnen bol kreeg. De bevolking noemde hem van dan af spottend “baron zeep” omdat hij zijn titel verdiend had met zeep. Spijtig genoeg kan ik mij zijn naam niet meer herinneren …

    Tegen iemand die uit de hoogte deed, werd er bij ons thuis nogal eens gezegd “Seg, baron zeep, een tooentje léger hé !” Soms sprak men ook van “baron sunligt”, maar dat is wellicht niet letterlijk (Sunlight zeep) te nemen …

    Regio Antwerpen
    Bewerking door Marcus op 11 May 2017 20:22
    0 reactie(s)

    zeepbaron
    (zn. m. -nen)

    iemand die zich verrijkt heeft tijdens de oorlog

    in Antwerpen is/was ‘baron zeep’ een scheldnaam voor een parvenu of iemand met jannestreken

    WNT: Zeepbaron. Naam, gegeven aan de personen, die tijdens de bezetting van 1914-1918, van de Duitsche overheid de toelating bekwamen om zeep te maken, waarmede zij veel geld verdienden. Bij uitbreiding is de naam overgegaan op al degenen, die tijdens den oorlog veel geld wonnen, Liev. Coopm. (1955).

    “Ik ga ’t u zeggen: De oorlog zal maar een einde nemen als de munitiefabrikanten, de zeepbarons en de ministers hun zakken hebben gevuld.” Brulez (1950).

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 11 May 2017 20:21
    1 reactie(s)

    zeepbaron
    (zn. m. -nen)

    iemand die zich verrijkt heeft tijdens de oorlog

    in Antwerpen is/was ‘baron-zeep’ een scheldnaam voor een parvenu of iemand met jannestreken

    WNT: Zeepbaron. Naam, gegeven aan de personen, die tijdens de bezetting van 1914-1918, van de Duitsche overheid de toelating bekwamen om zeep te maken, waarmede zij veel geld verdienden. Bij uitbreiding is de naam overgegaan op al degenen, die tijdens den oorlog veel geld wonnen, Liev. Coopm. (1955).

    “Ik ga ’t u zeggen: De oorlog zal maar een einde nemen als de munitiefabrikanten, de zeepbarons en de ministers hun zakken hebben gevuld.” Brulez (1950).

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Marcus op 11 May 2017 20:20
    1 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.