Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vroegere benaming van de Belgische dienst voor de Serveerkunst van het Bier
“Het correct serveren van bier is steeds een stokpaardje geweest van de Belgische Brouwers. Reeds in 1977 werd de Nationale Dienst voor Debiet van het Bier opgericht, een gezamenlijk initiatief vanuit de Belgische brouwers.” (http://belgischebrouwers.blogspot.be/)
parvenu, aansteller
zie zeepbaron
Ik hoorde van mijn ouders (°1919 en 1922, ondertussen al lang overleden) altijd de volgende verklaring voor deze benaming. Ze zou afkomstig zijn van één of andere zakenman die rijk werd door zeep te maken en te verkopen. Uiteindelijk werd hij zelfs in de adelstand “verheven”, waardoor hij het nogal hoog in zijnen bol kreeg. De bevolking noemde hem van dan af spottend “baron zeep” omdat hij zijn titel verdiend had met zeep. Spijtig genoeg kan ik mij zijn naam niet meer herinneren …
Tegen iemand die uit de hoogte deed, werd er bij ons thuis nogal eens gezegd “Seg, baron zeep, een tooentje léger hé !” Soms sprak men ook van “baron sunligt”, maar dat is wellicht niet letterlijk (Sunlight zeep) te nemen …
“De eigenaars van deze clandestiene fabrieken verdienden goed geld en dat toonden ze ook graag, waardoor de pejoratieve naam ‘zeepbaron’ (‘le baron Zeep’ in het Frans) ook snel werd geassocieerd met parvenu’s die grote sier maakten met grote wagens, dure sigaren en andere luxeproducten.” (https://nl.wikipedia.org/wiki/Zeepbaron)
parvenu, aansteller
zie zeepbaron
Ik hoorde van mijn ouders (°1919 en 1922, ondertussen al lang overleden) altijd de volgende verklaring voor deze benaming. Ze zou afkomstig zijn van één of andere zakenman die rijk werd door zeep te maken en te verkopen. Uiteindelijk werd hij zelfs in de adelstand “verheven”, waardoor hij het nogal hoog in zijnen bol kreeg. De bevolking noemde hem van dan af spottend “baron zeep” omdat hij zijn titel verdiend had met zeep. Spijtig genoeg kan ik mij zijn naam niet meer herinneren …
Tegen iemand die uit de hoogte deed, werd er bij ons thuis nogal eens gezegd “Seg, baron zeep, een tooentje léger hé !” Soms sprak men ook van “baron sunligt”, maar dat is wellicht niet letterlijk (Sunlight zeep) te nemen …
iemand die zich verrijkt heeft tijdens de oorlog
in Antwerpen is/was ‘baron zeep’ een scheldnaam voor een parvenu of iemand met jannestreken
WNT: Zeepbaron. Naam, gegeven aan de personen, die tijdens de bezetting van 1914-1918, van de Duitsche overheid de toelating bekwamen om zeep te maken, waarmede zij veel geld verdienden. Bij uitbreiding is de naam overgegaan op al degenen, die tijdens den oorlog veel geld wonnen, Liev. Coopm. (1955).
“Ik ga ’t u zeggen: De oorlog zal maar een einde nemen als de munitiefabrikanten, de zeepbarons en de ministers hun zakken hebben gevuld.” Brulez (1950).
iemand die zich verrijkt heeft tijdens de oorlog
in Antwerpen is/was ‘baron-zeep’ een scheldnaam voor een parvenu of iemand met jannestreken
WNT: Zeepbaron. Naam, gegeven aan de personen, die tijdens de bezetting van 1914-1918, van de Duitsche overheid de toelating bekwamen om zeep te maken, waarmede zij veel geld verdienden. Bij uitbreiding is de naam overgegaan op al degenen, die tijdens den oorlog veel geld wonnen, Liev. Coopm. (1955).
“Ik ga ’t u zeggen: De oorlog zal maar een einde nemen als de munitiefabrikanten, de zeepbarons en de ministers hun zakken hebben gevuld.” Brulez (1950).
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.