Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
met Allerzielen de kerk binnen- en pas buitenlopen na het lezen van nen onzevader en vijf weesgegroetjes om ne vollen aflaat te verdienen
herkomst: afgeleid van het Italiaanse woord “Portiuncula”, wat “perceeltje” betekent. De naam verwijst naar het kerkje dat de H. Franciscus in Assisië liet bouwen (en waar hij ook ligt begraven), en dat nu, ingekapseld in een enorme koepelkerk, een bedevaartsoord is geworden. Destijds verleende Rome een volle aflaat voor eenieder die dit kerkje bezocht (om te bidden). Later werd dit gebruik veralgemeend zodat je op bepaalde dagen in het jaar (Maria Hemelvaart, Allerzielen) ook in je eigen kerk met een kerkbezoek volle aflaten kon “sparen” voor de zieltjes in het Vagevuur. Veel mensen gingen dan even bidden in de kerk, liepen een blokje om, of gewoon even rond de kerk en dan weer naar binnen voor een volgende aflaat.
afgeleide betekenis: voortdurend binnen en buiten lopen
Met Allerzielen stuurde ons moeder ons naar de kerk om te pesjoenkelen.
kloppen
Ge moet ni zo hét oep de dee boesjen.
(Je moet niet zo hard op de deur kloppen.)
Ziet da ge ni van den trap boddert.
(Kijk uit dat je niet van de trap dondert.)
gestommel
zie ook bodderen, batteren
Wades dat do vei e gebodder oep zolder?
(Wat is dat voor een gestommel op zolder?)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.