Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Röntgenstralen
Hij moet onder de X-stralen (hij moet een röntgenfoto laten nemen)
er plak op zijn: er recht op zijn, juist zijn, correct zijn.
Hij viel plak op zijn wezen (hij viel recht op zijn gezicht)
Hij kreeg een slag, plak op zijn smoel. (midden in zijn gezicht)
Hij raadde ernaar en hij had chance, ’t was er plak op! (hij had geluk, het was juist)
Dat is er plak op (dat is de nagel op de kop ofwel: dat is heel juist)
applaus geven, klappen.
“Toen de Willem gedaan had met zingen, bleven ze maar plakken en bis roepen. Van pure schaamte of contentement heeft hij nog 2 liedjes gezongen”
“Er begon enen voorzichtig te plakken en heel de zaal viel in” (de hele zaal applaudisseerde mee)
“De meester plakte in zijn handen en iedereen werd stil”
1. kamer of ander soort woonst voor studenten.
2. bordeel, ook hoerekot cabardouche
3. groot huis (sarcastisch bedoeld)
1. “Ik ga op kot in Kortrijk”.
“In Leuven is de kwaliteit van de studentenkoten beter dan in Gent”
2. “Op de Kortrijkse steenweg staan veel hoerekoten”
3. “Amai, zo e(en) kot jong!” In verwondering gezegd over een sjieke villa.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.