Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door Vloamienklouis

    naarnemig
    (bijvoeglijk naamwoord)

    Teerhartig, zich om alles en iedereen

    Ank ‘t eweten, ‘k had ezwegen! Zó noarnemig, nondedju!” “Ja,” zei de boerinne, “vor een keeë da je je moend opendei! Had j’ ezwegen. Cyriel gienk ebleven zien. Hen ‘k ik ogliek oek edoan. Toet nu toeë!” (De geschiedenis van het toneel in Roesbrugge)

    Regio Westhoek
    Bewerking door Vloamienklouis op 16 Apr 2024 16:15
    0 reactie(s)

    naarnemig
    (bijvoeglijk naamwoord)

    Teerhartig, zich om alles en iedereen

    Ank ‘t eweten, ‘k had ezwegen! Zó noarnemig, nondedju!” “Ja,” zei de boerinne, “vor een keeë da je je moend opendei! Had j’ ezwegen. Cyriel gienk ebleven zien. Hen ‘k ik ogliek oek edoan. Toet nu toeë!” (De geschiedenis van het toneel in Roesbrugge)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Vloamienklouis op 16 Apr 2024 16:13
    0 reactie(s)

    naarnemig
    (bijvoeglijk naamwoord)

    Teerhartig, zich om alles en iedereen

    Ank ‘t eweten, ‘k had ezwegen! Zó noarnemig, nondedju!” “Ja,” zei de boerinne, “vor een keeë da je je moend opendei! Had j’ ezwegen. Cyriel gienk ebleven zien. Hen ‘k ik ogliek oek edoan. Toet nu toeë!”

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Vloamienklouis op 16 Apr 2024 16:12
    0 reactie(s)

    naarnemig
    (bijvoeglijk naamwoord)

    Teerhartig, zich om alles en iedereen
    zorgen makend. Ook naarnemen(de), naarpakkend

    Hij is zo naarnemig dat je d’r niets tegen moogt
    zeggen of hij maakt hem dul.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Vloamienklouis op 16 Apr 2024 16:07
    0 reactie(s)

    reeuwal
    (zelfstandig naamwoord )

    iemand die ruw en driest to werk gaat, en daardoor van alles beschadigt en vernielt

    soms ook gezegd van een roekeloos persoon . Jan gaat voor niet achteruit, ’t is een echte reeuwal. Samenstelling van reeuwen (zie dat werkwoord) en al `alles: Het woord stamt uit de tijd dat het reeuwen van overledenen aan een besmettelijke ziekte, zoals de pest, een levensgevaarlijke bezigheid was.

    die reewals van jongers komen alle dagen thuis met klinkscheuren in hun kieren . Reeuwals zijn schurdig en ruilokte en gaan ’t al to kandele.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door Vloamienklouis op 16 Apr 2024 04:50
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.