Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Als u als ingelogd gebruiker bij uw bezoek twee of meer artikels gevonden hebt, die elkaar in betekenis overlappen, dan mag u dat hier melden.
Gebruik de bewerk-toets en kopieer de trefwoorden.
Ge kunt eventueel in een Reactie uw commentaar achterlaten. Met dank voor de medewerking.
dokteur – doktoor
doodszentje – doodsbeeldeke – zentje – zantje (2) en santje
fis – fisch
frennen – frenneke – frengel – frengelke
hacht – hachtje
kabas – kabba
karoke – karookes – karookespapier
konzjei – congé
krommenaas, van ~ gebaren – haas, geboiren van kromme ~
lommerte – lommert
mok(2) – mokke – mokkel – moksje
mollejongen – mollejoengen reenen
naft – nafte
neffe – neffeneen – neffes – neffest – neven, naeve
opendeur – opendeurdag
peper in zijn gat hebben – peper in zijn gat hebben
peperkoorde – peperkous
pippegale – puppegalle – pippegeulle – pippgaai
presseren – presseert ni ’t ~
regenfrak – regenmantel
ressor – resaor
reusen – reussen – rosjen
ringaaneen – rinkaaneen
roeëf – roof
second – segond
taakleraar – taakleerkracht
tember – timber – temper (2)
tetting – tettink
toespel – toespeld
toernavies(1)(2) – toernevies
tutterfrut – tuttefrut – tutteflut
ummes – oemmes
verenneweren – verinneweren
Walen – Walen, de ~
welk – welk?
wieër – wier – weer
–
Bewerkt
moezake – moezaakes – muurzeiker – murenzeker
pistolee – pistolet
pist, de ~ in zijn – pist, de ~ in
broenken ? broenker
neus
Mijne gebuur is verkoud ,en zijne fokke ziet rood van daar
maar altijd zitten aan te wrijven.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.