Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een kleine keuken
De kinderen waren de afwas aan het doen in het schotelhuis.
Zage, zage, wiele wage,
jan kwam thuis om een boterham te vragen.
moeder was niet thuis,
vader was niet thuis,
piep zei de muis in ’t schotelhuis.
Versje uit mijn kindertijd toen we de afwas moesten doen.
een carnavalsmasker
Tijdens carnaval kan je moeilijk iemand herkennen ze dragen allemaal een moemelbakuis.
een houten deegtrog
Mijn grootmoeder maakt brooddeeg in de moulde.
een kus
Marie was gelukkig, Jan gaf haar een moel omdat hij haar graag zag.
een pruik
Tijdens carnaval gebruikt men vaak een paruk om zich te vermommen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.