Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
taks die geheven wordt op liquidatiebonussen
zie ook pestbelasting
“Vereffeningen pieken uit angst voor hogere liquidatietaks”
(Kop uit De Tijd op 03/10/14)
regenbui, regenvlaag
< alleen gebruikt voor regen, niet om een gemoedstoestand te beschrijven.
zie ook biezze
De lucht ziet daar ginderachter maar zwart, er komt weer een beis regen af.
> andere betekenissen van bijs
schommel
zie ook: bies, biezabijs, bijze, boes, boeschcammeré, boesjkammeree, ratak, ratek, renne, rennekoker, rietseko, rijtak, sturrel, stuur, suur, toeter, touter, wippentater, zwier
Als gij op de bijs gaat zitten, zal ik u duwen.
> andere betekenis van bijs
(regen)bui
Ik pâs dammen bâs krâge.
> Ik peins da we een bijs krijgen.
(Ik denk dat we een regenbui krijgen.)
> andere betekenis van bijs
(koude) noorderwind
Fr. bise
In Bilzen zei men vroeger: “Thaajs ’t ès baajs!” (Thijs, ‘t is bijs), "’t ès Kêmpische wènd" of “Sjoeg, ’t ès kaad!” of ook: “Sjoeg sjoeg, Peiterke ploeg, lêpke lèèr, kaad wèèr!” (als het bijtend koud was, zei men: “‘t vries de steen aut d’iëd” (het vriest de stenen uit de grond).
Met “’t ès ne pit kadder woëne” (het is een jas kouder geworden) bedoelde men dat men zonder overjas niet meer de deur uit kon.
> andere betekenis van bijs
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.