Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bout, (boven)been, … i.h.b. van dieren (etenswaren)
bv: kippenbilletjes, kikkerbilletjes, konijnenbil,…
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, algemeen
Voila, de pot met het konijn op tafel en ik zal eens opscheppen… Wie wilt er een bil?
Brengt eens kippenbilletjes van den Aldi mee. Maar niet die voorgekruide, want die trekken op niets.
> andere betekenis van bil
een wedstrijd pierbollen
Hij heeft bij de piering een hesp gewonnen.
> andere betekenis van piering
snottebel
vgl. piet
Ziet ’m daar staan! Dat komt krei onder en boven zijn broek uit, de snotpieringen komen aan zijn neus uit! Heb ge ook ne frang ingestoken, jong? (waar bemoeit gij u mij, snotter!)
> andere betekenis van piering
worm, pier
zie ook: pirling, pielewuiter, piet
terik, tetting, tettienk
< Woordenboek der Nederlandsche Taal: piering
Van Pier met -ing. Middelnederlands pierinc.
?Pier, regenworm. Gewestelijk (b.v. in Brab. en Limb.).
De pieringen in de grond zijn goed voor mijn plantjes.
> andere betekenis van piering
scharen, scharten, krabbelen, scharrelen, graaien
krawietelen: scharrelen (Mere, Moorsel). Uit WVD Pluimvee, p. 48.
ook in de Antw. Kempen
Weet je gie wel hoe dak ik heb moeten krawietelen om toe te komen.
Hij heeft nogal moeten krawietelen om volk bijeen te krijgen voor zijne workshop.
De kiekens krawietelen in het zand om pieten te kunnen vangen.
> andere betekenis van krawietelen
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.