Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    beslagmaker
    (de ~ (m.), ~s)

    opschepper, een dikke nek, een grootdoener

    Van Dale online: niet al­ge­meen druk­te­ma­ker, bra­nie

    Da fintje mé ze koersvillo peist(zie peinzen) ook da tie Boonen is wi. Ei go gin bitje ut de kant, de beslagmaker!

    Die man met z’n koersfiets denk dat hij Boonen is. Hij maakt geen beetje plaats voor een ander, de opschepper!

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 31 May 2020 15:42
    0 reactie(s)

    kokkenoane
    (de ~ (m.), ~n)

    Kindertaal en koosnaam voor piemeltje.

    zie ook pietje

    Mien kokkenoane zit nie goed in mien broek.
    Mijn piemel zit ongemakkelijk in m’n broek.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 31 May 2020 15:30
    0 reactie(s)

    van den trok leven

    van de ruilhandel leven

    In de Kempen betekent van de trok leven: van een uitkering ~ of een vervangingsinkomen leven. Zie: trek, van den ~ leven

    De geburs doen niets va werk en en olles, ze leven verzekers van de trok!

    De buren werken niet en hebben alles, ze leven waarschijnlijk van de ruilhandel!

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 31 May 2020 14:55
    1 reactie(s)

    lussak
    (de~, (m.), ~ken)

    luilak, luiaard, luzzigoard, luzzige nond, leeghanger
    zie ook luiszak, luierik, leegganger

    Den lussak lag heel de dag in z’n nest te stienken.

    Op travo staat ie meer up z’n schuppe te leun dan wad anders, de leeghangere.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 31 May 2020 14:52
    0 reactie(s)

    lussak
    (de~, (m.), ~ken)

    luilak, luiaard, luzzigoard, luzzige nond, leeghanger
    zie ook luiszak, luierik, leegganger

    Den lussak lag heel de dag in z’n nest te stienken.

    Op travo staat ie meer up z’n schuppe te leun dan wad anders, de leeghangere.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 31 May 2020 14:51
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.