Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
opschepper, een dikke nek, een grootdoener
Van Dale online: niet algemeen druktemaker, branie
Da fintje mé ze koersvillo peist(zie peinzen) ook da tie Boonen is wi. Ei go gin bitje ut de kant, de beslagmaker!
Die man met z’n koersfiets denk dat hij Boonen is. Hij maakt geen beetje plaats voor een ander, de opschepper!
Kindertaal en koosnaam voor piemeltje.
zie ook pietje
Mien kokkenoane zit nie goed in mien broek.
Mijn piemel zit ongemakkelijk in m’n broek.
van de ruilhandel leven
In de Kempen betekent van de trok leven: van een uitkering ~ of een vervangingsinkomen leven. Zie: trek, van den ~ leven
De geburs doen niets va werk en en olles, ze leven verzekers van de trok!
De buren werken niet en hebben alles, ze leven waarschijnlijk van de ruilhandel!
luilak, luiaard, luzzigoard, luzzige nond, leeghanger
zie ook luiszak, luierik, leegganger
Den lussak lag heel de dag in z’n nest te stienken.
Op travo staat ie meer up z’n schuppe te leun dan wad anders, de leeghangere.
luilak, luiaard, luzzigoard, luzzige nond, leeghanger
zie ook luiszak, luierik, leegganger
Den lussak lag heel de dag in z’n nest te stienken.
Op travo staat ie meer up z’n schuppe te leun dan wad anders, de leeghangere.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.