Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
sneukelare: een genieter van vrouwelijk schoon;
een zoetemond (komt van snoepen, sneukelen)
snoeper
hij eet niet veel deze avond, heeft de hele namiddag gesneukeld (gesnoept)
die man daar, da’s een sneukelare (liefhebber van vrouwelijk schoon)
bij de docteur (dokteur) gaan, herhaaldelijk
Antwerpen: doktoren
zie ook: mismeesteren
’k ben nu veranderd van docteur, ik meester nu bij Dr De Beul.
bij de docteur (dokteur) gaan, herhaaldelijk
Antwerpen: doktoren
’k ben nu veranderd van docteur, ik meester nu bij Dr De Beul.
een geneeskundige behandeling ondergaan. Het kan ook inhouden dat men reeds bij verschillende dokters in behandeling is geweest.
vergelijk West-Vl.: meesteren
De Paul is aan het doktoren voor de pijn in zijn knoesels. Hij heeft er in het verleden ook al voor gedoktoord. Het is waarschijnlijk rematis.
Door achteloosheid laten vallen, verliezen, morsen.
regio’s?
Bron: WNT
Gewest. in Vl.-Belgiƫ aangetroffen.
Het stroo lag op de straat verslodderd, Schuermans (1865-1870).
Met de was uit de droogkast te halen, verslodder ik altijd wel iets op de grond, gelak een kous of zo.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.