Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
standaardtaal in België
zie taaladvies.net
Het afhouden of niet uitbetalen van kosten, belastingen, premies e.d.
zie ook : afhouden
De afhouding van RSZ en andere belastingen doet ons brutoloon serieus slinken.
“Kaartjes worden tot 4 dagen voor het vertrek terugbetaald met een afhouding van 30% van de prijs van het kaartje. standaardtaal in België” Taaladvies.net
opdrachtgever voor een bouwwerk, o.a. een gezinswoning
De bouwheer, mevrouw Peeters, koos voor Belgische blauwsteen.
zoen
< Belgisch-Frans baise (v.) < Fr. zn. baiser (m.) < ww. baiser < Lat. basiare
Antw.: toet
Haspengouw: poen
Meetjesland: totteke
W.-Vl.: pieper
Kom hier, dat ik u eens een ferme bees geef.
zie ook: sebbetrees
Van Dale: zebedeus, de (m.); -sen
(1841) de Bijbelse naam Zebedeus, vergriekst <Aramees zabdai (gift van de Heer)
1. weerloze tobber
2. (gewestelijk) sul
WNT: Zebedeüs, modern lemma zebedeus
Betekenis 1. naam van de vader van de apostelen Jacobus en Johannes
Betekenis 3. Onnoozel, sullig persoon; onnoozele hals; sul; sukkel; ook wel: bedeesd, schuchter persoon ( …) ook toegepast op een onnoozele, onbenullige vrouw, een sullig, truttig meisje. Het gebruik is waarschijnlijk te verklaren uit de genoemde bijbelplaatsen waarin Jacobus en Johannes Zebedeüs tijdens het werk verlaten om Jezus te volgen, zonder dat melding wordt gemaakt van verzet of bezwaren van zijn kant.
Hebt ge dat meisje gezien? wat is me dat voor een zebedees.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.