Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
weggaan, doorgaan, opstappen, afsmoren, het ~
Toen ze doorhadden dat er niks te verhapsakken viel zijn ze het afgeboeërd.
een rand afwerken van textiel, een kledingstuk, een tapijt enz.
afbakenen, omlijnen van een tuin, grasperk, zandbak enz.
Het meisje droeg een fleurig rokje afgeboord met witte broderie.
Het terras wordt afgeboord met een haagje van sierplanten.
sluier
< Fr. voile < Lat. velum
De bruid droeg een kort voeltje afgeboord met kant.
gaan
“’k Gon meiren nor de cinema.”
“Gode gij meiren nor de cinema?”
“Gij got meiren toch nie nor de cinema?”
“Hij got toch mee nor de cinema meiren?”
“Wij gommen meiren nor de cinema.”
“Zulder gon meiren nor de cinema.”
“Godde gulder meiren nor de cinema?”
“Gaun, nondedju!”
kletspraat
Niet heel courant in Nederland
DUBBELDat dieén vertelt es quatsch,daar es niets van aan.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.