Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
valse vrouw, een leugenaarster
Gij se valse tik, achter mijne rug gaan roddelen!
Ze zei dat ze naar huis ging, maar ze ging nog langs de Linda, de valse tik.
benaming voor vogelgeluid
‘tsjip tsjip tsjip’: lokroep voor vogels
“Wij wandelen den tuin door, hij zonder te huilen, ik zonder spraak. Op Willem’s veld wordt hij door onze musschen begroet. Ik blijf staan en zeg ‘Tsjip’. En in zijn mondhoeken ontluikt een glimlach.” Willem Elsschot
(vrouwentaal)
zeer vlug gemeenschap hebben … zoals de vogeltjes
“Zo stond ik is te stoefen hoe dikwijls da’k het kon
kwantiteit en kwaliteit verzekerd als ik begon.
Het was mijn vorig wijf die toen mijn boekske opendee:
‘Tsjip tsjip en gedaan’ was al wat dat ze zee.” Katastroof
Fr. mécanicien
monteur
G.V.D. 2005:
2.(algemeen Belgisch-Nederlands) monteur
Ook Belg.-Ned. volgens het RBBN van het INL
Die machine kunnen we zelf niet herstellen, roep de mecaniciens maar.
valse vrouw, een leugenaarster
Gij se valse tik, achter mijne rug gaan roddelen!
Ze zei dat ze naar huis ging, maar ze ging nog langs de Linda, de valse tik.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.