Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Dit woord gebruikten wij in ons dialect (nederland, kempen) voor iemand aan te duiden die het niet voor elkaar had gekregen een tamme ekster (bij ons “hannik”, nav het min of meer gelijk klinkende geluid dat hij produceert, denk ik) groot te brengen.
Indien ekster dus het loodje legde, dan “scholden” we betreffende persoon uit door hem “unnen dokkeutel” te noemen.
Na constatering dat ekster overleden was (en persoon in kwestie dus min of meer gefaald had), zei men dan:
“Ge zet unnen dokkeutel”.
vertrokken, vertrekken
zie ook pist, de ~ in zijn
Kom mee, we zij de pist in.
plotseling verdwenen zijn
ribbedebie
Toen de afwas moest gedaan worden was hij de pist in.
toonbaar
G.V.D.:
presentabel
bijv. naamw.; -er; -st
<Fr. présentable
1.er fatsoenlijk uitziend
Hij is goed afgeborsteld, hij komt er prezentobel voor.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.