Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dicht, gesloten
VD
toe
5 (archaïsch) dicht
Doe de deur eens toe, het tocht hier.
kookpot om een gerecht onder druk klaar te maken, snelkookpot, hogedrukpot
VD
snel·ko·ker (dem)
1 kooktoestel dat water enz. snel aan de kook brengt
We maken ons stoofvlees klaar in een snelkoker.
braadpan
Met een “pan” wordt geen pot bedoeld. Een pan wordt gebruikt om in te bakken, een pot om iets in te koken.
VD
pan (de; pannen; pannetje) 1 metalen vat, gebruikt om eten in te koken, te bakken enz.Pas als de boter bruin is legt ge den biefstuk in de pan.
wond, kwetsuur, verwonding
‘In België is wonde de gebruikelijkste vorm. In Nederland is wond dat, behalve in vaste verbindingen als zout in de wond(e) strooien en een pleister op de wond(e).’ vrt
(in Antw. is wond couranter dan wonde)
Een gapende wonde aan het hoofd.
vakantie
VD
ver·lof (het; verloven)
1 vergunning
2 toestemming om enige tijd niet te werken
3 periode dat men toestemming heeft om niet te werken
We gaan tijdens het paasverlof altijd naar de zee.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.