Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
opgedirkt, gelikt en gelepeld.
Gentsche: opgedaan gelijk ne selderiestruik
Brugge: opgetuutematooid
Haspengouw: oppotlepelen, zich ~
Hageland: oepgepoenteerd
Antw.: oeptalloren
Heb je de vrouw van de burgemeester gezien?
Ze was opgepatuut gelik een joenk meisje.
Ze was opgedirkt zoals een jong meisje.
Opmaken, uitdossen
Wordt eigenlijk niet vervoegd. Soms wederkerig, maar niet altijd.
andere benamingen, zie opgepatuut
Wederkerig:
Ik kom sebiet, ik moet me nog oeptalloren.
Niet wederkerig:
Ze was voor die receptie nogal oepgetalloord!
opgedirkt, gelikt en gelepeld.
Gentsche: opgedaan gelijk ne selderiestruik
Brugge: opgetuutematooid
Haspengouw: oppotlepelen, zich ~
Hageland: opgepoenteerd
Antw.: oeptalloren
Heb je de vrouw van de burgemeester gezien?
Ze was opgepatuut gelik een joenk meisje.
Ze was opgedirkt zoals een jong meisje.
clientèle
Algemeen Belgisch Nederlands, volgens het Groene Boekje geschreven met een c: cliënteel
In België is de vorm cliënteel het gebruikelijkst, in Nederland clientèle.
Zonder vast kliënteel gaat ge zo failliet geraken.
dat is niet mooi van hem, daar hoeft hij niet trots op te zijn
Zijt ge nu weer heel de nacht op de lappen geweest?!
Het is niet het schoonste van uw historie!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.