Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. korst (van brood)
2. de vloer, de grond
uitspraak in Antwerpen: klik op de luidspreker (of het puzzelstukje) om het woord te beluisteren
’t Lee op de köst.
(het ligt op de vloer/op de grond)
jullie (onderwerpsvorm)
uitspraak in Antwerpen: klik op de luidspreker (of het puzzelstukje) om het woord te beluisteren
zie ook gulder, gijle, gelle
verwante vorm olle, zolle
ook regio Lier
Golle zèd olle paraplu vergete.
Jullie zijn jullie regenscherm vergeten.
> andere betekenis van golle
weinig, sluik, dun, futloos haar.
Van een meisje dat integendeel veel en gekruld haar had, werd vroeger gezegd: “Ze heeft een fortuin op haar hoofd staan”, omdat ze later niet veel naar de kapper zou moeten.
uitspraak in Antwerpen: klik op de luidspreker (of het puzzelstukje) om het woord te beluisteren
Vlaamse Ardennen: fluitjeshaar
West-Vl.: fleethaar
Bij een meisje met pierenverdriet maakt men best staartjes, dat is ook heel schattig.
aardbei
uitspraak in Antwerpen: klik op de luidspreker (of het puzzelstukje) om het woord te beluisteren
zie ook jerbees, eirbees, jaarebees, etsbees, jetbees
Geef me nog eens wat jarrebezen, ze zijn lekker.
allemaal, veel, enz..
uitspraak: klik hier op het luidsprekertje (of het puzzelstukje)
zie ook amaal
Een klein dorpke met “ammel” schoon strotjes.
(Een klein dorpje met vele mooie straatjes.)
Wa zedde golle “ammel” aan’t doen?
(Wat zijn jullie aan het doen?)
“Hij hée ze’ fortuin ammel verkwist” Cornelissen-Vervliet (1899).
Wa is da hie ammel op het VW segenweurig seg?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
