Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Welkom Cr3ature!
Dit heb ik nog bij mijn grootmoeder weten staan. Het was een erfstuk dat telkens overging van moeder op dochter. Was om brandende kolen in te doen om de voeten te verwarmen, werd gezegd. Een stenen pot of koperen keteltje heb ik nooit gezien. Kapot gegaan veronderstel ik. Mijn moeder moest het niet hebben en wij, 3 dochters, beschouwden het als speelgoed toen we klein waren. Het mandje was een handtasje en het kastje de slaapplaats van poppemie. Of het 17de E. was, was nooit geweten. Als we toen wisten dat het op de dag van vandaag zoveel geld zou opbrengen, dan was het in 1999 nooit op het containerpark beland.
zie artikel:
http://www.christies.com/lotfinder/Lot/a-dutch-or-flemish-lollepot-17th-century-5392910-details.aspx
lollepot: antieke vlaamse voetverwarmer:
https://www.etsy.com/listing/467194045/lollepot-antique-belgian-foot-warmer-a
etymologiebank.nl:
lollepot: (Bargoens, verouderd) lesbische vrouw. Reeds bij Henke. Van lollen: bij de haard of boven een stoof zich warmen (Kiliaen). In de zeventiende en achttiende eeuw was een lollepot een stenen pot met een gatendeksel, waarin vuur werd gedaan ter verwarming. Oorspronkelijk werd gedacht aan het onderlijf warmen onder de rok boven een dergelijke pot. Lollypop* was (in de jaren vijftig) een vriendelijke verbastering van lollepot. Een minder bekende betekenis van lollepot is ‘zeurkous’. Hierbij wordt de associatie gelegd met het werkwoord lollen (zeuren, zaniken, maar ook: krollen, en dat betekent ‘geil zijn’). Iemand die de ganse dag zingt of neuriet wordt eveneens een lollepot genoemd. Deze laatste betekenis o.a. bij Boekenoogen.
Dan roste ik met m’n bootshaak die bleke lollepotten van mijn lijf (Jan Mens, Goud onder golven, 1949)
‘Klootzak,’ riep Jan, ‘wist je dan niet dat dat wijf lollig is?’ Verbaasd zei ik nog met me klotekop: ‘Is ze dan een lolliepop?’ (Haring Arie, Recht voor z’n raap, 1972)
Beter een lollepot als van onderen gesloten. (T. Bosch, Bet van Beeren. Koningin van de Zeedijk, 1977)
Een lollepot was een stenen vuurpot die vrouwen in de 17e en 18e eeuw gebruikten om hun benen en onderlichaam te verwarmen. De vrouw plaatste de pot onder haar rok, die vaak tot de grond reikte, zodat de warmte goed behouden bleef. Brandwonden door foutief gebruik kwamen niet zelden voor.
In diverse liedjes en gedichten werd aan de lollepot ook een seksuele betekenis toegeschreven. Ook is lollepot een bargoens woord voor lesbienne. Hier komt ook het woord pot vandaan. (wikipedia)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.