Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
regeerperiode van een regering
Zuid-Nederlands: zittingsperiode van een wetgevend lichaam of van een bestuursorgaan; zittingsduur, zittingstijd.
Dus ook voor gemeenten.
Als ze hun eigen (eigen, zijn ~) niet gaan spoeien (spoeien, zich ~) met de regeringsvorming is de legislatuur voorbij vooraleer ze er aan begonnen zijn.
Iemand voor de zot houden; met iemand zijn voeten spelen
Peinsde gij dat ik tijd heb om gans den dag naar uw gezever te luisteren? Houde gij de vijf minuten mee mij?
Kookpot, casserole
Mogelijk verwant met het Duits ‘Schüssel’.
Allez, zet die schuit op de stove, dat ik er mijn patatten in giet.
Hinderen, ergeren, tot last zijn.
Dit werkwoord is, door toedoen van mutatie van de bilabiale approximatief, in Oost-Vlaanderen tot besannen verworden. In West-Vlaanderen zegt men daarentegen (historisch oorspronkelijker) ‘mesannen’.
Zoudt ge mij nen keer kunnen helpen, als het niet mishandt?
Een koekje met wafelijzerpatroon.
Koezjurkie (in Ronse als ‘kadzjorkie’ uitgesproken) is een verbastering van ‘goed jaartje’. Het niet verkleinde ‘koezjoor’ is ongebruikelijk.
Dit koekje wordt traditioneel met Nieuwjaar gegeten, hetgeen de naam verklaart. Het typische voorbeeld zijn de bekende koekjes van Destrooper, al worden ze soms ook nog zelf gebakken.
Het West-Vlaamse equivalent van koezjurkie is lukske.
Hebt ge geen zin om subiet een potse kaffie te drinken? ’k Heb nog een doze verse koezjurkies.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.