Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
munten
zie ook enkelgeld
kleingeld is SN, maar ‘munten’ wordt in Vlaanderen minder gebruikt dan in Nederland, bv.:
Ned.: ‘u kunt met muntgeld betalen’ (niet in Vlaanderen).
Ned.: ‘zo nu en dan gooi ik mijn munten in de spaarpot’ (niet in Vlaanderen).
Ned. (schertsend): ‘munten, daar gaat het om’.
Antwerpen (niet schertsend): ‘de cengs, daar is het allemaal voor te doen.’
Al het kleingeld is uit mijn gescheurde portefeuille gevallen.
Zelfgemaakte citroenjenever.
Fles jenever met citroenschillen en suiker die enkele weken heeft “getrokken”.
Ik heb het vaak gehoord in het Antwerpse maar ken de herkomst niet.
Wil je een borreltje?
Ik heb nog e “gruuntje”!
Het al dan niet opzettelijk speels strijken of strelen met de borsten tegen een persoon, met een prikkelend gevoel als gevolg.
Tietelen is het antoniem van swaffelen, maar dan voor mensen met gevoel voor ironie.
Stietelen
het equivalent van tietelen, maar dan als het koud is.
spierbal bovenarm
in Antw., Limburg: forsbol
Toen we jong waren toonden we mekaar onze forsballen. Wie de grootste had, was zeker de sterkste.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.