Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
niemand, geen enkele
Kempen: geeneen (v.), gennenene (m.)
Ze wierden allemale ondervraagd, maar geenéén die van entwadde wiste.
Ze werden allemaal ondervraagd, maar niemand die van iets wist.
pezewever: gierigaard, vrek op alle gebied (verwarming uitsparen, delen van de woning suprimeren, verlichting minimaliseren, de laatste in compagnie om te trakteren) enz..
In de regio Leiestreek: zegt men van ne pezewever: ’t is de maar de rook die door de kave gaat daar
De vrouw van de baron is meer pezewever dan barones.
wilgenrijs
widouw (enk.) is een verzamelnaam voor de wilgachtigen. Met de dunne takken van die struiken of tronken vlecht men manden. Dat is een mand van widouwwissen. Soms worden die wissen gepeld en krijgt men witte mandjes bv.
Ze brachten de patatten naar huis in manden van widouwwissen, of in tenen manden.
veer, vering
> Fr. ressort (veer) > amortisseur
vgl. masa ma ressor (Congo) prikwater, spuitwater
De ressor is door mijn matras geschoten.
De ressor van mijnen auto is kapot.
Ik heb een nieuw ressorreke nodig voor mijn horloge.
slet, snol
zie ook: allemansgerief
Antw. (v.)
Heist o/d berg (m.)
Ze noemen haar de matras omda half’t dorp er al opgelegen heeft…
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.