Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
verticaal hout, ijzer enz. om iets te ondersteunen, meestal gezegd voor fiets.
Kempen: steunder
Hebt ge gene staander of moet uwe fiets op de grond liggen?
pispaal
1) paal waartegen mens en/of dier zeikt
2) iemand die van alles de schuld krijgt, voetveeg
Zatte Jef zeikte samen met ne hond tegen de paal aan’t café. Toen em thuis kwam gebruikte em zijn Fien als zeikpaal.
1) diminutief van memoe; grootmoederke, omakke
zie ook: moemoe, mémé, bomma, bommama
2) een brood gebakken op grootmoeders wijze
Ons memoeke kocht een memoeke bij de bakker.
oma, grootmoeder
zie ook meemee, mémé, memoeke
Ons bomma kan lekkere soep maken.
doos om zoetekoek, peperkoek in te bewaren
Regio Lier
Zoetekoeksdozeke is ook een troetelnaam voor een kindje of voor verliefden.
Mijn memoeke bewaarde de zoetekoek in een zoetekoeksdoos.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.