Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
fietsband, binnenband
→ Fr. tube (buis) > E. tube (ondergrondse pijp)
vgl. pijpenfitter (loodgieter)
ook Antw. /tuup/
Ik heb platten tuub met mijne velo. (coureurstaal)
trottoir, voetpad, stoep
/lan toe.er/
→ Fr. alentours (les ~) de omgeving
Was alvast gebruikelijk in het Antwerpse. Over het gebruik in de andere regio’s spreek ik me niet uit.
De kinderen hinkelen oep (= op) de lantoor.
sierlijst vanaf plafond naar de muur
→ Fr. moulure > moule (niet enkel in gips, ook in hout gefreesd)
<Antw.) /moe ’leur/
Moluren heb je in verschillende breedten en vormen.
om de haverklap
(Antw.) verbastering van aanhoudend /oan aa w.ent/
Onze hond is ambetant, önavenden wil hij buiten.
gillen, krijsen
(Antw.) kressen
Amaai, ons moeder kan nogal kriesen als ze een spin ziet.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.