Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
jaarlijks gehouden kermis > foire (Fr.) > lat. “feria” (= feest)
bvb. de Sinksenfoor, een kermis in Antwerpen elk jaar rond Pinksteren wordt gehouden
Op de foor zijn we naar de botsauto’s geweest.
persoon die met een kermisattractie aan de kost komt. > forens = altijd onderweg.
> foorkraam = de attractie zelf (botsauto’s, spiegelpaleis, het grote rad, carroussels, schietkraam, eendjes vissen, beignets- en smoutebollenkraam (Nie warm, nie wille), suikergoed (barbapapa, warmerek en babbelutten), de rups, de loopings voor de stoeren en de paardjesmolen voor de kleintjes
Foorkramers hebben geen zittend leven. Ze reizen voortdurend van jut naar jaar. Opbouwen en afbreken.
plein
uitzondering: /Siengt Ja:ns plaa.en/ Sint-Jansplein
De Groenplaats heette vroeger Place Verte. Vandaar. Moeten we het Napoléon kwalijk nemen? Zeker niet. De Franskiljons des te meer.
pannenkoekenslag, activiteit van de jeugdbeweging om geld in ’t bakje te krijgen door de verkoop van pannekoeken, te verkrijgen in het jeugdlokaal of aan huis te bezorgen.
ook wafelenbak
Hoeveel hebben ze zondag bijeengehaald met de koekenbak?
prijs, ’t was te verwachten
’t Was weer koekenbak. Eigenlijk was het te voorzien, dat er ruzie zou van komen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.