Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zuurtje
zure snoep
Teveel smoeletrekkers eten,maakt de tandarts kwaad!
Het tast de glazuur van je tanden aan!
1/regenworm/regenwormen
Mijn man moet dringend de grond spitten,en tettingen zoeken,komende zaterdag gaat hij vissen.
1/prikken
2/vervelend gevoel
1/ In het ziekenhuis krijg je een klein stekske( een prikje) als men je een inspuitng geeft.
2/ Mijn zoon wilt de zelfgebreide pull die hij kreeg van oma,niet dragen:hij stekt zegt hij! (vervelend gevoel)
vies persoon
iemand die zich niet verzorgt(uiterlijk)
Bah,er kwam vandaag ne luiszak binnen via spoed,hij zag er niet uit.
Hij rook vies en zijn kledij was niet om aan te zien.
knapzak.
1/zakje waarin je je rantsoen in steekt voor één dag: vb:drankjes,fruit,boterhammen,koekjes enz…
we gebruiken ook de term : frigobusse; dwz: koeltas.
1/Het is bijna 21U,ik moet mijn teetebusse nog klaarmaken voor morgen,ik heb dienst.
2/ Morgen trekken we naar zee,we nemen de frigobusse mee.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.